You are currently browsing the monthly archive for February 2013.

Keuze voor verleden of voor toekomst?
door:
Jean-Luc Dehaene in De Standaard van zaterdag 09 februari 2013

De Europese lidstaten weigeren de nodige middelen vrij te maken voor een toekomstgericht Europees beleid, zegt Jean-Luc Dehaene . Ze halen zo de Europese doelstellingen onderuit die ze zelf hebben vooropgesteld. Een geval van verregaande politieke schizofrenie?

* * *

Met veel ambitie keurde de Europese Raad in 2010 het plan ‘Europa 2020′ van de Europese Commissie goed om door onderzoek, innovatie en infrastructuurwerken de groei in de EU te stimuleren. Twee jaar later werd het ‘Pact voor Groei en Tewerkstelling’ goedgekeurd. Beide plannen willen door een gezamenlijke Europese aanpak een meerwaarde bieden ten opzichte van 27 nationale plannen.
Diezelfde Europese Raad geeft echter niet thuis als daarvoor middelen moeten worden vrijgemaakt. Gisteren werkte de Raad aan een begroting voor de komende zeven jaar (2014-2020). Het plafond van 960 miljard ligt meer dan 80 miljard lager dan wat de Commissie had voorgesteld en is een terugval op het uitgavenniveau van 2007.
Als argument voor de verlaging van de EU-uitgaven wordt verwezen naar de besparingen die de lidstaten moeten doorvoeren. Dat argument lijkt steek te houden, ware het niet dat de uitgaven van de Unie de laatste jaren al veel minder snel groeiden dan de nationale uitgaven. Ook heeft geen enkele lidstaat zijn uitgavenniveau verlaagd, terwijl het net dat is wat de Europese Raad van de EU vraagt, en dan nog wel voor zeven jaar.
Om alle landen over de brug te krijgen, wordt bovendien weinig of niet geraakt aan de fondsen voor landbouw en hulpbehoevende regio’s, die samen meer dan 70 procent van de Europese uitgaven vertegenwoordigen. Vergeleken met het voorstel van de Commissie wordt vooral gesnoeid in het budget voor research, innovatie en investeringen en het geld bestemd voor de nieuwe bevoegdheden (zoals gemeenschappelijk buitenlands beleid). Er wordt dus gekozen voor een aanpak die eerder op het verleden dan op de toekomst gericht is.

Eigen Europese middelen

De neerwaartse druk op de Europese uitgaven vanuit de lidstaten vindt zijn oorsprong in de financieringswijze van de EU-begroting. Die gebeurt grotendeels vanuit de nationale begrotingen. waar ze geboekt worden als uitgaven. Als de nationale begrotingen onder druk staan, is een lagere bijdrage aan de EU een besparing.
Het is ooit anders geweest. Tot midden de jaren tachtig werd de Unie gefinancierd door eigen middelen, voornamelijk via de douanerechten die rechtstreeks aan de EU toekwamen. Omdat de douanetarieven verlaagden, verminderde de opbrengst snel. Er moest dus uitgekeken worden naar andere inkomsten. In 1988 werd beslist de douanerechten aan te vullen met bijdragen uit de nationale begrotingen. Ondertussen zijn die bijdragen uitgegroeid tot de belangrijkste inkomstenbron van de EU (68 procent), en dit volledig in tegenstelling tot het Europese Verdrag, dat voorschrijft dat de Europese begroting moet worden gefinancierd met eigen inkomsten.
Vooral de grote lidstaten gijzelen de EU met een financiering vanuit de nationale begrotingen. Door de uitgavenplafonds te verlagen, versmachten ze Europa financieel.
Slechts één remedie kan heil brengen: de EU moet opnieuw haar eigen inkomsten hebben, bijvoorbeeld afkomstig uit een financiële transactietaks of milieuheffingen. Met eigen inkomsten wordt ook de eigen financiële verantwoordelijkheid van de EU benadrukt. Het voordeel zit hem niet zozeer in grotere uitgaven, maar wel in een gegarandeerde financiering, los van de nationale begrotingen. Ook de nationale begrotingen zullen er bij winnen omdat ze hun EU-bijdragen grotendeels zullen kunnen schrappen. Het is een win-winsituatie.

Grotere flexibiliteit

Het Europees Parlement heeft in het debat over de meerjarenbegroting altijd een consequente houding aangenomen:

1) Het uitgavenplafond moet voldoende hoog zijn om de doelstellingen van Europa 2020 te kunnen financieren.

2) De betalingen moeten de vastleggingen volgen. Het Verdrag laat geen Europese deficit toe.

3) Het is onzinnig een plafond vast te leggen voor zeven jaar; een dwingende halftijdse herziening moet worden voorzien.

4) Er moet een grotere flexibiliteit worden ingebouwd. Het moet mogelijk worden om verschuivingen door te voeren tussen rubrieken binnen de begroting als er overschotten zijn. Binnen de Raad moet dit bij meerderheid worden beslist.

5) Het Europees Parlement en de Raad moeten zich politiek engageren om binnen een af te spreken tijdsbestek de EU-begroting opnieuw met eigen middelen te financieren.

Beter geen dan een slecht akkoord

De besluiten van de Europese Raad zijn hopelijk maar een basis voor onderhandeling. Er is immers maar een akkoord als ook het Europees Parlement zijn goedkeuring geeft. Zoals de zaken er nu voorstaan, heeft de Raad onvoldoende rekening gehouden met de voorwaarden van het Parlement. Hopelijk heeft de Raad voldoende onderhandelingsmarge overgehouden, zo niet wordt een akkoord moeilijk, om niet te zeggen onmogelijk.
Het Europees Parlement zal niet toelaten dat de EU financieel versmacht wordt. Temeer omdat het huidige Parlement zo het nieuw verkozen Parlement en de nieuw benoemde Commissie in 2014 voor schut zou zetten. Zonder aanpassingen zou voor het Europees Parlement daarom de beste optie kunnen zijn om een paar jaar te werken met jaarlijkse begrotingen, uitgaande van het uitgavenpeil van 2013. Zo krijgen het nieuwe Europees Parlement en de nieuwe Commissie de kans een beter plan op te stellen in een hopelijk betere economische context.

= = = =

Wie is Jean-Luc Dehaene? Europarlementslid, ondervoorzitter van de begrotingscommissie

Wat beweert Dehaene? De besluiten van de Raad dreigen de EU financieel te versmachten, en dat wil het Europees Parlement niet toestaan.

REACTIES

Op 09 februari 2013 omstreeks 09:40, zei Martine De Smet:

Er gaat teveel geld en macht naar de Europese elite. Er zullen wel degelijke parlementariërs zijn, maar ik was toch verbouwereerd dat iemand stelde in een debat dat Europarlementsleden veel geld moéten krijgen omdat ze heel competent zijn, meertalig en anders naar de privé trekken waar ze nog meer verdienen. Terwijl iedereen weet dat een rode pluche zetel voorbehouden wordt aan eigen familie, kapitaalkrachtigen en politieke netwerkers’. In theorie is het een verenigd Europa een prachtig idee, maar zoals het nu loopt is de menselijke en economische tol te hoog door de zware inschattingsfouten ( Euro, Griekenland, open grenzen, teveel lidstaten op te korte tijd toegelaten…) die er gemaakt zijn van in het begin en de te grote machtswellust aan de top.

3 reacties

Op 09 februari 2013, zei Christian F. in reactie op Martine:

De verloning van (euro)parlementairen lijkt mij niet te hoog, wil men de interesse bij competente mensen blijven opwekken. Wat wel niet kan is dat deze niet belast worden als deze van bestuurders bijvoorbeeld, maar tegen een lager tarief. Ook de pensioenvoorzieningen kunnen niet, die zijn veel te hoog. Het resultaat is een complete verdwazing van ghet werkelijke leven en de moordende fiscale druk in Europa.

Op 09 februari 2013, zei Emi D. in reactie op Martine:

men verzwijgt in alle talen dat er daar een tijdje geleden een groot aantal EU ambtenaren met pensioen kon op 5O jaar en mmmminderdaad tegen een niet te versmaden maandelijkse pensioenverloning.

Op 09 februari 2013, reageert zei Paul Verbruggen op Martine:

U hebt héél slecht geluisterd. Het ging niet over Europarlementsleden, maar over Europese ambtenaren. Die zitten niet in ‘rode pluche’. En die worden idd betaald omwille van de competentie en om te vermijden dat ze enkel in de privé zouden gaan werken. De selectieprocedures zijn duidelijk en openbaar. U kan al die informatie met een paar muisklikken terugvinden ipv te fantaseren over ‘eigen familie, kapitaalkrachtigen en politieke netwerkers. Als u kritiek wil spuien, doe dat dan over de realiteit, niet over uw eigen verzinsels.

Op 09 februari 2013 antwoordt Martine De Smet > Paul V.:

U zal gelijk hebben,ik heb maar een flard v h debat gezien,ik dacht dat het over parlementsleden ging.Maar hoe je het draait en keert,zowel Europarl. als Europ. ambt. worden te rijkelijk betaald in verhouding met de gewone bevolking vooral d d belastingvrijstellingen en andere materiële zaken. En je hebt gelijk, ook de hogere kaders in de privé en de banken met hun gouden parachutes en bonussen vind ik erover in verhouding met inkomens van bvb hulpverleners of winkelbediendes om maar iets te noemen. De selectieprocedures zullen wel duidelijk en openbaar zijn voor Europese ambtenaren en de kans op een correctere in dienstneming zal ook groter zijn, maar toch met een politieke verstrengeling vanaf een bepaald niveau want die postjes zijn veel te gegeerd. Je ziet alleen al op gemeentelijk vlak hoe er gelobbyd wordt voor bep functies, dat hoort voor een stuk bij de politiek. En misschien bent u als heel competente persoon op een correcte wijze zonder ‘lange arm’ aangeworven, dat kan he!

Op 09 februari 2013 reageert  Jerry Mager op Martine De Smet e.a.:

@ @ @ Martine, Christian en Emi, u verwoordt opnieuw en voor de zoveelste keer wat vele ‘Europeanen’onder wie ondergetekende veel aanstoot geeft: het elitaire gedrag van het euro-establishment – geen elite, want dat zou het neusje van de zalm zijn, maar establishment – alsof zij boven iedereen en alles verheven zouden zijn en wij zonder hen reddeloos verloren waren. Wat de bezoldigingen betreft, zien we het bizarre fenomeen dat lieden, omdát ze op kunstmatig dure posten zitten, het aureool krijgen van onbetaalbaar buitengemeen excellent te zijn. Daarom moeten ze nóg meer geld krijgen, want anders worden ze weggekocht door ‘de Markt’. Degenen die belang hebben bij deze vicieuze inflatoire spiraal omhoog, bedrijven vooral management by talking around (het borrel-, cocktail- en party-circuit). Natuurlijk bevestigen de uitzonderingen ook hier de regel en zijn er witte raven te vinden, maar het gros wordt grof óverbetaald en grotelijks óver-gewaardeerd. Het kan ze geen sikkepit schelen.

Op 09 februari 2013, zei Gilbert Haelewyn:

Dehaene zal ook altijd Dehaene blijven,meester in het uitvinden van nieuwe belastingen.Men moet wel erg naïef zijn om te geloven dat wanneer er directe Europese belastingen zouden komen,de nationale zullen zakken.Om het wat te verzachten doen de meesters oplichters,hijzelf en Verhofstad,er een mooi lintje rond: ‘bankbelasting’.Mr. Dehaene,wil je Europa redden,maak het wat minder geldverslindend.Wij hebben genoeg van in slaapvallende parlementsleden,een parlement waar jezelf uitblinkt in afwezigheid ondanks je mooie vergoeding.

Op 09 februari 2013, zei Jerry Mager:

Het betoog van meneer Dehaene bevestigt waarvoor bij vele Europeanen schrik bestaat: “Europa” (d.w.z. het domein van de eurocraten) als een staat, los van de constituerende staten. Volgens JLD functioneert de EU (dat zijn wij met ons allen toch?) momenteel in strijd met het Europese Verdrag, omdat het door de lidstaten gefinancierd wordt. Juist in deze tijd zou ik zeggen: herzie het Europese Verdrag, i.p.v. koste wat kost en tegen ons aller wens tóch drammerig ‘eigen’ inkomsten te willen genereren, door bijv. milieutaks en transactietaks aan de EU als melkkoe te geven. Hoe je het wendt of keert, direct of indirect, ook ingrepen via transacties en milieuheffingen hebben hun weerslag op de respectieve nationale inkomsten, alleen ligt het initiatief dan bij die bizarre entiteit die ‘Europa’ heet en een aggregaat van ongrijpbare eurocraten is. Blijf niet voortdenderen los van ons, maar bezie hoe je onze weerstand kunt ombuigen naar enthousiasme. Want wie is nou principieel tégen Europa?